Formele rechtskracht en het samenhangcriterium: De (rest)functie van de civiele rechter
Auteurs | mr. N. van Triet |
Verschenen in |
Overheid & Aansprakelijkheid (O&A), oktober 2018, Afl. 3, O&A 2018/25 |
Rechtsgebied | Aansprakelijkheid en schade |
Titel | Formele rechtskracht en het samenhangcriterium: De (rest)functie van de civiele rechter |
In dit artikel staat de invulling van het in het arrest Kuijpers/Valkenswaard geformuleerde samenhangcriterium centraal: hoe ver reikt de formele rechtskracht van een besluit in geval van daaraan voorafgegane inlichtingen en toezeggingen? Wanneer kunnen onjuiste inlichtingen en niet-nagekomen toezeggingen leiden tot een zelfstandige onrechtmatige daad die een aanspraak op schadevergoeding geeft? Voor het aantonen van zelfstandige inlichtingen lijkt op basis van de jurisprudentie nodig dat zij (i) los van het rechtmatige besluit onrechtmatig zijn (de zorgvuldigheidsnorm hebben geschonden); (ii) tot schade hebben geleid en (iii) die schade niet aan de orde kan worden gesteld in een bestuursrechtelijke procedure. Het niet-nakomen van een onvoorwaardelijke toezegging is naar civiele maatstaven onrechtmatig en zal daarom snel tot verheidsaansprakelijkheid leiden. De civiele rechter zou een vordering tot schadevergoeding niet te snel moeten afwijzen met een beroep op de leer van de formele rechtskracht. Deze leer moet hij niet te verstrekkend interpreteren. Op grond van de jurisprudentie staat het hem namelijk vaker dan wellicht wordt aangenomen vrij om een oordeel te geven over handelingen van de overheid.